Étude littéraire: over een opgelegd thema (in casu de titel) in 60 minuten een verhaal van 20 regels schrijven
De oude generaal zit, de ogen gesloten, in de zetel. Zijn dochter streelt afwezig zijn knokige hand. Soms fluistert ze haar leven, haar liefde, haar ontgoocheling in zijn oor. Hij hoort het niet. Hij zit wijdbeens aan het vuur, likt met zijn laarzen de in brand gestoken olieton. Spreekt zijn jongens toe, overlegt met zijn manschappen over de te volgen stappen, mogelijke hinderlagen en onvermijdelijke hindernissen. Hij lacht, spoort en vuurt hen aan. Ze vieren, zingen, triomferen samen. Soms slikt de generaal, bedwingt een traan. Buiten, in het veld, voelt hij de hitte, de zon, de regen en de dauw, trapt in de modder, sleept zich door het hoge steppegras. Plat op de buik gaat de generaal, ligt op stenen, straten, bespiedt de vijand, verschuilt zich achter een huis, een muur, een trap. De generaal luistert, de ogen gesloten, hij hoort kogels zoeven, fluiten, hoort de weergalm van geweerschoten, de inslag van een mortiergranaat. De generaal is waar hij geweest is: in onherbergzame oorden. Het verleden leeft in hem. Ver weg is hij, op reis. Waarom, voor wat, voor wie vertrekken, waarom terugkeren naar huis? De generaal opent zijn ogen, kijkt de vrouw aan die stil naast hem zit en fluistert: “Auszug: Wohin? Die Fernen sind im Herzen. Vroeger was jij mijn kind, bewaarde ik je foto in mijn hemdzak. Ik dacht aan je, ik miste je. Vandaag mis ik wat ver, vergeten is. Maar nooit, nooit was ik echt ergens, nooit was ik echt, nooit was ik bij iemand zoals jij nu hier bent, hier bij mij.”
Dit vind ik tot nu toe de beste etude. De wending op het einde is magistraal. Proficiat!
Dankje, Antoon!
Ik vind het fijn om je kortverhalen te lezen. Telkens ben ik weer verrast over de wijze waarop je erin slaagt een invulling te geven aan de titel !
Dankjewel, Rita – het is fijn om lezers te hebben!